het pregnante volrijm van wieg tot wieg
die pathetische peripetie van dat je pappa bent
leek mij altijd voor de leven latende lozen
niet voor de betekenaar die zwart op wit nalaat
bloem en bij verdicht tot hoger honing
die raadselige rozen rookt om zin te zuigen
geen rozig vlees laat zogen voor zijn naam
maar zijn naam zal schrijven tussen de namen
wie heeft een naam te baren moet kuku
op pamperpappa's poepen
begin januari had het gesneeuwd
wat lastig was
de bussen raakten ontregeld door het levendaal
beslagen van ongeduld binnenin
houvast gleed weg onder grip en profiel
wij gleden samen uit in de beschuitsteeg
in de minnestraat dansten wij de eerste sporen
de paradijssteeg was een kerstkaart
in de mirakelsteeg maakten wij een pop die op elkaar leek
leiden was kortom oz in wonderland
en je voelde het kind in je groeien
toch zorgen maakte ik mij nauwelijks
in nederland zijn deze dingen goed geregeld
pekel had de stad gecuretteerd
de bussen reden weer op schema sporen gesmolten
de sneeuwpop was weer weg gemaakt
maar ik lees nu vaker sneeuwgedichten van het sneeuwt
wij zijn gestorven het sneeuwt tussen de korven
ik dien bezield door waan van zin ontzieling te lijf
en gedachten liggen dood in onbeschreven wit
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem