Pizarro had de vijftig overschreden
En weinig roem behaald uit veel gevaar;
Zijn eerste vrouw droeg veeren in het haar
En op zijn kleine akker werkte een tweede.
Hij stond bekend als drieste moordenaar,
Geen wet haast die hij niet had overtreden,
Maar dat behoorde tot de goede zeden
Op Hispaniola - hij was vijftig jaar.
Toen kwam de kans: met een vermolmd karveel
Maakte hij de reis die niemand vóór hem deed,
Veroverde met honderd man Peroe.
Vijftig was hij, ik dertig maar: wie weet
Ontdek ik niet het zesde werelddeel,
Al ben ik nu na een paar stappen moe?
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem