Oh kind'ren der onwetendheid
zo in het inferno gestoten
een purgatorio vol verwijt
en lava's anecdoten.
Achter de harten
van gevlochten prikkelgaas
de hartstochten de baas
der grote smarten.
Breken de ogen door 't staal
en door dik beton
kwinkeleert er het verhaal
van hoe dit al begonnen kon.
Het doet je denken
aan de nonnenkloosters
voor wat kwade wieven
instede van aan iets voor ware dieven.
Kinderen delen het lot
vanaf de lappen snot
totaan de grote schoenen
zijn zij het die ook boete doen en
het is door mannenparadijs
het zomergrijs, een dans, een lach
een dag ook zonder burqa mag
maakt dat de vrouwen maar eens wijs.
Ze zijn verliefd als tieners
zie hun donk're zieners
die luiden de ontkenning in
en zitten daar gevangen in.
Die vrouwen zijn onschuldig
'onmondig' te verweren
-hun mannen zijn prosituees
van hun eigen begeren
al verlangend naar wat vlees
vol vrees en ongeduldig-.
Oh kind'ren der onwetendheid
zo in het inferno gestoten
een purgatorio vol verwijt
en lava's anecdoten.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem